Hoe zakenreizen leiden tot mooie herinneringen
Wanneer Kees voor de eerste keer met zijn goede vriend Gerard Homan naar Indonesië gaat voor de inkoop van teakhouten buitenmeubelen, krijgt hij van zijn broer Jan het advies businessclass te vliegen. Jan: “Dan kom je mensen tegen die in de business zitten. Daar kun je dan mee praten.” Dat was het excuus, en dat bleef nadien het excuus. Daar ging hij, op weg naar Jakarta. Boven in een 747. Daar mochten passagiers toen nog roken. Kees was een ‘aardig stevige roker’, Caballero zonder filter. Een stewardess komt naar ze toe en vraagt: “Er zit beneden een mevrouw. Zij wil graag een sigaretje roken. Mag ze bij jullie zitten?” Kees: “Natuurlijk, als wij er dan ééntje van haar krijgen.” Even later wandelt een vrouw hun tegemoet. Zij vraagt: “Is dat um nou?” Kees wil heel ad rem antwoorden ‘ja’ maar dan draait een jongen zich naar hem om en zegt: “Ja, ik ben het.” Kees kent hem niet, maar het is de bekende pianospeler Wibi Soerjadi. Kees tegen Gerard: “Ik dacht dat ze mij bedoelde.” Gedrieën zitten ze te roken. Ook zij deelt haar pakje. Ze praten over van alles en nog wat. Dan stoot Gerard hem aan en fluistert: “Die mevrouw is minister Jorritsma.” Kees: “Oh, zitten we hier een sigaretje te roken van minister Jorritsma? Dat is vast goed voor de business.” Als het vliegtuig is geland, ziet Kees nog voor de douane een stokje in de hoogte met de tekst ‘Delegatie minister Jorritsma’. Zij is met vijftien man en lopen allemaal achter dat stokje aan. Kees zegt tegen Gerard: “Wij gaan mee”. Zo zijn ze zonder veel gedoe het land binnengekomen. Met vijftien man onder begeleiding van een minister. Kees: “Dit moeten wij vaker doen.”
Begin van een lange vriendschap
Wanneer ze de volgende dag in Indonesië op zoek gaan naar een teakhouten fabriek stoppen ze bij toeval om half vijf bij Adnan voor de deur. Zijn meubelfabriek is al gesloten. Adnan: “Hier werken we van zeven tot vier uur.” Hij wil juist afsluiten als de bewaking belt. Er staan twee buitenlanders voor de deur, uit Nederland. Adnan begrijpt er niks van. Hij doet al zaken met buitenlandse partijen uit Frankrijk, België en Australië maar heeft geen afspraak met Nederlanders. Dus wat doen die twee daar? Hij nodigt ze uit en ze raken aan de praat. Al snel wil Kees zaken doen. Hij heeft de machines gezien, enkele stoelen geprobeerd en weet genoeg. Hij legt direct geld op tafel. Daar moet Adnan niks van weten. Natuurlijk kent hij de verhalen. Buitenlanders denken dat je zo zaken moet doen. “Maar kom op,” zegt hij. “Zo werk ik niet, zo ben ik niet. Jij kent mij helemaal niet. Laten we daarmee dus eerst maar eens beginnen, elkaar leren kennen.” Ze spreken af in de Grand Hyatt waar Kees en Gerard logeren. Het is het begin van een lange vriendschap.
Adnan ziet zichzelf niet als een harde zakenman. Hij gelooft veel meer in sociaal ondernemerschap. Hij vindt menselijkheid veel belangrijker dan processen. “Ik wil begrip tonen, geen bevelen geven. Wij doen het samen.” Adnan kiest voor kwaliteit. Hij wil het beste materiaal en het beste voor zijn mensen. Het zijn woorden die Kees direct aanspreken. Als Adnan vertelt dat hij niet per se een order wil. “Er zijn al zoveel buitenlanders die van alles willen voor te weinig geld. Ik wil goede dingen doen. Bij ons draait het om kwaliteit. Met aandacht voor mens en planeet. Ik ken de machines en het hout. Het gaat mij om meer aandacht, niet om meer verkoop.”
Kees met Adnan
Hotel Smit in Almelo
Tussen Adnan en Kees is er direct een klik. “Wij lijken op elkaar”, zegt Adnan. “We delen hetzelfde karakter en dezelfde mentaliteit. Nuchter, open en rechtdoorzee.” Bij elk bezoek aan Indonesië komt Kees langs. Ook komen vrienden en familie tijdens vakanties bij Adnan op bezoek. Adnan zelf slaapt enkele keren in Almelo in Hotel Smit, bij Kees thuis, als hij naar Europa vliegt om de Europese smaak en markt te leren doorgronden. Mooier: hij blijft naar Almelo komen, ook nadat hij de fabriek in 2018 verkoopt. “Dat kan niet anders”, legt hij uit. “Ik heb geen opvolger en misschien is het ook maar beter. De business verhardt. Het draait steeds meer om de laagste prijs en tegen die lage loonfabrieken kan ik niet concurreren.” Hij denkt met liefde terug aan de tijd met Kees. Het blijft een gek en prachtig verhaal. “Wat heeft Kees met Gerard nou te zoeken in Jakarta? Daar zijn in die periode nauwelijks meubelfabrieken. Daarvoor moet je naar Jepara. En dan stopt hij bij mij voor de deur. Het moest kennelijk zo zijn.”