Buurmeisje Annie
Buurmeisje Annie was de eerste medewerkster van Kees Smit. Nou ja, niet helemaal waar. Dat was eigenlijk haar nichtje. Die werkte eerder als winkelmeisje bij de huishoudzaak (Oké Bazar) van de ouders van Kees en deed tussendoor de huishouding bij hen. Maar dat nichtje vond al snel een ander baantje. En toen kwam Annie in beeld. Veertien jaar was zij. School vond zij niks aan. Haar moeder deed de was al voor de ouders van Kees. Dus ja, die combinatie was snel gemaakt. Ook zij deed vooral dingen in de huishouding en mocht in de winkel knikkers verkopen, zeven voor een cent. En tollen met een zweep. De ‘grote mensen dingen’ kwamen later.
Van Tosca en Tante Blank tot de eerste opklapstoeltjes
De huishoudzaak was een 1001 dingen winkel, vertelt Annie. Kopjes, glaasjes, kachelpoets, schoensmeer en schuurblaadjes van Tante Blank. Maar ook de Eau de Cologne 4711, Tosca en Boldoot. De zaak groeide en de eerste opklapstoeltjes kwamen. Aan het begin waren die heel basis. Later werden ze luxer en hoger, voorzien van armleuningen die je achterover kon klappen. Dan kwam iemand langs van de firma Van der Keuken met een bestelwagentje vol stoeltjes. Hoe dat ging, vertelt Annie: “Doe maar zes van die en acht van die. Later kwamen de eerste ligbedden met van die veertjes aan de zijkant. Je lag meer op die veertjes dan op dat bed zelf. ‘s Ochtends tilden we de hele collectie naar buiten, ‘s avonds ging alles weer naar binnen. De grote ligstoelen konden we op de stoep niet kwijt. Die gingen met een spijker tegen de buitenmuur.”
Op naar de Jaarbeurs
Met Henk, de vader van Kees, ging Annie in de trein naar de Jaarbeurs. Samen met mijnheer Brugman van de radiatoren fabriek. Annie: “Eerste klas naar Utrecht, nou, dat was in die tijd echt geweldig. Later deed ik daar zelf ook inkopen voor de huishoudzaak. Dan zei de vader van Kees tegen mij ‘Anna, Ans of Annie (ik kreeg wisselende namen) wat hebben we nodig, wat ligt goed in de markt?’ Ik zocht het vervolgens uit en hij ging handelen met het gros. We hadden samen een goede neus voor dingen die goed liepen. Soms zei hij tegen mij: ‘Ans, zoek voor jezelf ook maar een kop en schoteltje uit. Deze vind je vast ook wel leuk hè, en hier heb je d’r nog één.’ Ik heb ze echt waar nog allemaal.” Na afloop van een lange beursdag wachtte een tafeltje in ‘The American Lunchroom’ van Van Angeren aan de Lange Viestraat, vlakbij de Jaarbeurs in een prachtig pand. “Henk beschouwde mij niet als een juffrouw, maar gewoon als gezellig gezelschap. Ik hoorde er echt bij.”
Telefoon
In de winkel was ook een telefoon waarmee iedereen kon bellen. Het was de eerste publieke telefoon in de wijk, deze hing onder de trap. De vader van Kees had er een deurtje voor getimmerd en buiten hing de tikker. Maar ja, je kon elk gesprek volgen, als je wilde. Er waren buschauffeurs die naar hun vriendinnetjes belden dat ze eraan kwamen. Buurtbewoners die een afspraak met de dokter maakten. En weer anderen die even met familie of vrienden verder weg wilden praten. Annie: “Die draaitelefoon heeft daar wel vijftien jaar gehangen, tot de verbouwing. Toen kregen we een brede trap naar de speelgoedafdeling. Inmiddels had iedereen in de buurt toen zelf thuis een telefoon.”
Verbouwingen
‘Als het maar goed gaat. As ut mear good geet’. Annie hoorde het Henk en Corrie (de ouders van Kees) voorzichtig fluisteren, tijdens de eerste verbouwing in 1970. De verkoop ging tijdens die zomer gewoon door in een tent in de achtertuin van Flip de Kapper, de buren. Op omheiningsborden in de straat stond precies waar je moest zijn. ‘As ut mear good geet’. Ze lispelden het weer bij de tweede verbouwing, nadat Kees de winkel had overgenomen. Twee ton kostte die. Echt een gigantische investering in die tijd. Annie: “Daar heeft zijn vader nachten van wakker gelegen maar hij wist, het is nodig als Rietje en Kees willen doorzetten. Anders was er voor hen en de huishoudzaak geen toekomst.” En Henk en Corrie fluisteren het opnieuw als Kees de eerste winkel begint, gespecialiseerd in tuinmeubelen. En ja, ook Kees zelf zegt het, als hij hoort dat zijn zoon Henk wil uitbreiden in Amersfoort. “Dat voorzichtige en nuchtere zit erin”, zegt Annie. “Kees en zoon Henk zijn net zoals Henk en Corrie, met beide benen op de grond. En moet je eens kijken wat ze hebben opgebouwd.”
Rietje van de bakker
In de huishoudzaak was een trap die naar de speelgoedafdeling leidt. Annie: “Als we koffie gingen drinken zaten we daar, het was er lekker warm. Koffie kregen we uit een pannetje. De moeder van Kees hield niet van koffie. Zij zette dan koffie voor de hele week en warmde dat ’s ochtends voor ons op. Tijdens die koffiekwartiertjes hoorden wij wel eens ‘Kees met meisjes, nee, daar moet hij niks van hebben.’ Maar op een gegeven moment zei Kees ‘Ik heb een meisje ontmoet, Rietje van de bakker.’ En ja, hij was echt verliefd. Zij was ook heel nuchter, altijd vriendelijk en niet van ‘hier kom ik an’. Zij heeft keihard gewerkt voor de zaak, wist echt van aanpakken. Ook toen de kinderen kwamen bleef ze gewoon doorwerken.’’
Blijf jezelf
Annie heeft in de huishoudzaak gewerkt tot haar veertigste. Niet al die tijd in vaste dienst hoor. Daarmee stopte zij toen ze trouwde op haar 28ste. Annie: “Maar ik was er nog altijd als ze mij nodig hadden.” Annie praat met liefde over de huishoudzaak. “Ik ben in die winkel bij de familie Smit opgegroeid en werd er als eigen beschouwd. Ik leerde er de kracht van vriendelijkheid. Van er altijd zijn voor je klanten. Al heb je nog zo’n gouden tent, mensen lopen aan je deur voorbij als je niet vriendelijk bent.” Dat is iets wat Annie graag aan iedereen wil meegeven. Blijf met beide benen op de grond en wees vooral jezelf.